HuiswerkUitgangspunt bij het huiswerk is, dat kinderen in de basisschoolleeftijd voldoende ruimte moeten krijgen om na lestijd (= hun werkdag) te ontspannen. Wij vinden dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen: a. Huiswerk in het kader van extra oefenen (korte termijn). b. Huiswerk in het kader van de voorbereiding op het voortgezet onderwijs (lange termijn).
Huiswerk in het kader van extra oefenenAls een kind moeite heeft met bepaalde leerstof krijgt het tijdens de betreffende lessen extra hulp. Dit kan zijn extra uitleg, samen oefenen of werken met hulpmaterialen. Desondanks kan het nodig zijn dat er thuis verder gewerkt moet worden aan de lesstof die in de groep is uitgelegd. Het is essentieel dat ouders weten hoe de opdracht is uitgelegd.
Deze vorm van huiswerk kan dus alleen maar in goed overleg tussen ouders en leerkracht gegeven worden. Hierbij wordt gekeken naar de capaciteiten van de leerling en de mogelijkheden om thuis huiswerk te maken. Ook zullen de vorderingen goed met leerkracht, leerling en ouders worden besproken.
Wij willen allemaal het beste voor het kind, waarbij o.i. het welzijn een hele grote plaats inneemt. Dit kan leiden tot de conclusie, dat huiswerk geven eerder negatieve dan positieve gevolgen heeft. In dat geval zoeken we naar andere passende hulp.
Huiswerk in het kader van de voorbereiding op het voortgezet onderwijsDe tweede huiswerkvorm staat in het teken van de voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Dit huiswerk start in groep 6 en wordt jaarlijks uitgebreid.
Doel: de leerlingen weten hoe ze thuis moeten leren en kunnen de organisatie daarvan uitvoeren.
Leerlingen krijgen geen nieuwe of onbekende leerstof mee naar huis. De leerstof, die ze moeten maken of ‘in hun hoofd moeten stoppen’ is al behandeld. Bij vragen moeten zij zich richten tot de leerkracht.
Dit vraagt om het organiseren van en het wennen aan ‘het thuis leren’. Hiervoor krijgen de kinderen aanwijzingen; ook hierbij is hulp van de ouders onontbeerlijk. Het is niet de bedoeling dat de leerling langer dan 15-30 minuten met huiswerk bezig is.
In sommige situaties is het zo dat een leerling vanaf groep 6 twee soorten huiswerk meekrijgt. Het is heel belangrijk dat zowel de leerkracht als de ouder zich dit realiseert. Er kan hierdoor namelijk een zekere overbelasting van het kind en zijn thuissituatie ontstaan. In zo’n situatie maken wij met de ouders afspraken over wat het beste voor het kind is.
In groep 8 hebben de leerlingen een agenda nodig. Leerlingen leren daarmee om te plannen.
De huiswerkfrequentie per groep is:
Kortom: bij elke vorm van huiswerk willen wij het beste voor het kind, daarom willen wij zoveel mogelijk rekening houden met (on)mogelijkheden van het kind en zijn thuissituatie. Huiswerk kan nooit iets nieuws zijn, maar is altijd eerder uitgelegd en geoefend. De keuzes worden in goede samenspraak met de ouders gemaakt.
|